Spreken 10 (A1)
Doelen: Verschillende dieren kennen. Over de natuur kunnen praten. Constructies "er is / er zijn" kunnen gebruiken.
Doelen: Verschillende dieren kennen. Over de natuur kunnen praten. Constructies "er is / er zijn" kunnen gebruiken.
Doelen: Verschillende dieren kennen. Over de natuur kunnen praten. Constructies "er is / er zijn" kunnen gebruiken.
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende historische stellingen. Een student kan […]
Doelen: Een student kan verschillende klachten uitleggen. Een student kan de dokter bellen. Een student kan vertellen wat je in verschillende situaties moet doen. Een student kan verschillende voegwoorden gebruiken.
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te […]
Doelen: Een student kan advies geven over wat men moet doen om werk te vinden. Een student kan een gesprek over verschillende beroepen voeren. Een student kan verschillende professionele eigenschappen […]
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te […]