Views Navigation

Event Views Navigation

Today

Spreken 9 (A2.2)

Doelen van de les: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet gebruiken.

Spreken 9 (A1)

Doelen van de les: Verschillende kamers in een huis kennen. Geen / niet kunnen gebruiken.

Spreken 9 (A2.2)

Doelen van de les: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet gebruiken.

Spreken 9 (B1.1)

Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met hobby. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan conditionalis (2) goed gebruiken.

Spreken 9 (A2.2)

Doelen van de les:  Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet gebruiken.

Spreken 10 (A2.1)

Doelen van de les: Een student kan verschillende klachten uitleggen. Een student kan de dokter bellen. Een student kan vertellen wat je in verschillende situaties moet doen. Een student kan verschillende voegwoorden gebruiken.

Spreken 10 (A2.2)

Doelen van de les: Een student kan advies geven over wat men moet doen om werk te vinden. Een student kan een gesprek over verschillende beroepen voeren. Een student kan scheidbare werkwoorden (2) gebruiken.

Spreken 10 (A1)

Doelen van de les: Verschillende dieren kennen. Over de natuur kunnen praten. Constructies "er is / er zijn" kunnen gebruiken.

Spreken 10 (A2.2)

Doelen van de les: Een student kan advies geven over wat men moet doen om werk te vinden. Een student kan een gesprek over verschillende beroepen voeren. Een student kan scheidbare werkwoorden (2) gebruiken.

Spreken 10 (B1.1)

Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met eten. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document.

Spreken 10 (A2.2)

Doelen van de les: Een student kan advies geven over wat men moet doen om werk te vinden. Een student kan een gesprek over verschillende beroepen voeren. Een student kan scheidbare werkwoorden (2) gebruiken.

Spreken 11 (A2.1)

Doelen van de les: Een student kan over zijn gezin en familie vertellen. Een student kan vertellen over de verschillen tussen Nederlandse families en families uit zijn eigen land. Een student kan objectieve voornaamwoorden gebruiken.

Enter your username and password to log into your account

Allready have an account?

Registration form

This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.

login

Enter your email and password and start exploding killer features