Views Navigation

Event Views Navigation

Today

Spreken 4 (A2.1)

Doelen: Klok kennen / kunnen vertellen hoe laat het is. Scheidbare werkwoorden & wederkerende voornaamwoorden kunnen gebruiken. Je weekplannen kunnen bespreken.

Spreken 2.1 (B2.1)

Doelen: Een student kan advies geven over een gezonde levensstijl. Een student kan zijn mening geven over stellingen met betrekking tot gezondheid. Een student kan zowel directe als indirecte rede uitstekend gebruiken.  

Spreken 4 (A1)

Doelen: Familieleden kennen. Lidwoorden de / het / een kunnen gebruiken.

Spreken 2.2 (B1.2)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met mensen. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan conditionalis (1) goed gebruiken.

Spreken 2.2 (B2.1)

Doelen: Een student kan advies geven over een gezonde levensstijl. Een student kan zijn mening geven over stellingen met betrekking tot gezondheid. Een student kan zowel directe als indirecte rede uitstekend gebruiken.

Spreken 5 (A1)

Doelen: Gezichtsdelen kennen. Lichaamsdelen kennen. Werkwoorden in de tegenwoordige tijd kunnen vervoegen.

Spreken 5 (A2.1)

Doelen: Ingrediënten van een gerecht kunnen benoemen. Praten over het ontbijt, de lunch en het avondeten. Advies kunnen geven over een gezond dieet.

Spreken 3.1 (B2.1)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die betrekking hebben op werk. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties in het document. Een student kan passief uitstekend gebruiken.

Spreken 5 (A2.1)

Doelen: Ingrediënten van een gerecht kunnen benoemen. Praten over het ontbijt, de lunch en het avondeten. Advies kunnen geven over een gezond dieet.

Spreken 3.1 (B1.1)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met kunst en literatuur. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan de onvoltooid verleden […]

Spreken 6 (A1)

Doelen: Kleren en kleuren kennen. Werkwoorden in de tegenwoordige tijd kunnen gebruiken.

Spreken 3.1 (B1.2)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben met hobby. Een student kan vlot en helder reageren op de situaties uit het document. Een student kan conditionalis (2) goed gebruiken.

Enter your username and password to log into your account

Allready have an account?

Registration form

This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.

login

Enter your email and password and start exploding killer features