Spreken 8 (A2.1)
Doelen: Een student kan adjectieven gebruiken. Een student kan over het uiterlijk praten en het uiterlijk van een personage beschrijven.
Doelen: Een student kan adjectieven gebruiken. Een student kan over het uiterlijk praten en het uiterlijk van een personage beschrijven.
Doelen: Een student kan een gesprek over vakanties houden. Een student kan vertellen over zijn/haar beste reis. Een student weet hoe hij / zij "hebben / zijn" op de juiste […]
Doelen: Groente, fruit en andere producten kennen. Vragen met vraagwoorden kunnen maken.
Doelen: Een student kan een gesprek over vakanties houden. Een student kan vertellen over zijn/haar beste reis. Een student weet hoe hij / zij "hebben / zijn" op de juiste […]
Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben […]
Doelen: Een student kan een gesprek over vakanties houden. Een student kan vertellen over zijn/haar beste reis. Een student weet hoe hij / zij "hebben / zijn" op de juiste […]
Doelen van de les: Een student kan een gesprek in een kledingwinkel voeren. Een student kan over verschillende maten praten. Een student kan praten over kleding die je op verschillende […]
Doelen van de les: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / […]
Doelen van de les: Verschillende kamers in een huis kennen. Geen / niet kunnen gebruiken.
Doelen van de les: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / […]
Doelen van de les: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die […]
Doelen van de les: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / […]