Views Navigation

Event Views Navigation

Today

Spreken 7 (A2.2)

Doelen: Een student kan over de Nederlandse natuur praten. Een student kan over de natuur in zijn / haar land vertellen. Een student weet hoe hij /zij onregelmatige werkwoorden moet […]

Spreken 4.1 (B2.1)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben […]

Spreken 7 (A2.1)

Doelen: Een student kan vertellen over verschillende hobby’s. Een student kan modale werkwoorden gebruiken. Een student kent verschillende sportsoorten. Een student kan zich aanmelden bij een sportvereniging.

Spreken 8 (A2.2)

Doelen: Een student kan een gesprek over vakanties houden. Een student kan vertellen over zijn / haar beste reis. Een student weet hoe hij / zij "hebben/ zijn" op de […]

Spreken 8 (A2.1)

Doelen: Een student kan adjectieven gebruiken. Een student kan over het uiterlijk praten en het uiterlijk van een personage beschrijven.

Spreken 8 (A1)

Doelen: Groente, fruit en andere producten kennen. Vragen met vraagwoorden kunnen maken.

Spreken 4.2 (B1.2)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij / zij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te […]

Spreken 4.2 (B1.1)

Doelen: Een student kan duidelijke antwoorden geven op de vragen over de tekst die hij heeft gelezen. Een student kan zijn mening geven over verschillende stellingen die te maken hebben […]

Spreken 8 (A2.2)

Doelen: Een student kan een gesprek over vakanties houden. Een student kan vertellen over zijn / haar beste reis. Een student weet hoe hij / zij "hebben/ zijn" op de […]

Spreken 8 (A2.1)

Doelen: Een student kan adjectieven gebruiken. Een student kan over het uiterlijk praten en het uiterlijk van een personage beschrijven.

Spreken 9 (A2.2)

Doelen: Een student kan vertellen wat hij / zij moet doen om de beste resultaten op school / cursus te halen. Een student weet hoe hij / zij imperatief moet […]

Spreken 9 (A2.1)

Doelen: Een student kan een gesprek in een kledingwinkel voeren. Een student kan over verschillende maten praten. Een student kan praten over kleding die je op verschillende gelegenheden draagt. Een […]

Enter your username and password to log into your account

Allready have an account?

Registration form

This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.
This field is required.

login

Enter your email and password and start exploding killer features